Als je het mij vraagt, dan is je gevoelsleven net als een tuin: als alles lekker gaat, heb je meteen een plaatje bedacht van een prachtige, zonnige tuin met een verwarmend zonnetje. Gaat het op dit moment niet zo lekker met je, dan heb je sneller een beeld van een regenachtige, sombere tuin. Tot zover logisch he?

Maar de vergelijking gaat verder: wat voor planten groeien er in jouw tuin? Zie je vooral onkruid of zie je planten, bloemen, struiken en zelfs bomen die je wel mooi vindt? En heeft de tuin een omheining? Zo ja, is dat een hoog en scherp hekwerk, een kluisdeur of bijvoorbeeld een klein, houten schuttinkje?

Denk nu eens aan je meest ideale tuin. Waar zou jij je het meest op je gemak voelen? Mijn tuin heeft een uitgestrekt groot grasveld. Zo’n grasveld waar geen konijnen- of hondendrollen liggen, zodat ik gewoon met mijn blote voeten de grassprieten kan voelen. Langs de zijkanten staan een paar dikke, stevige eikenbomen en verder alleen maar bloemen. De meest kleurige en heerlijk ruikende bloemen die je maar kunt bedenken, dwars door elkaar. Want in deze tuin hoef ik geen structuur aan te brengen, de tuin is prachtig zoals hij is. Zelfs als het er zou regenen. Er is wel een omheining aanwezig, maar die zie ik in de verte alleen wanneer ik me er echt op concentreer. Er zijn geen voorbijgangers meer die stiekem afval in mijn tuin kunnen gooien of bloemen kunnen stelen.

Deze tuin is niet altijd zo geweest. Er was een tijd dat ik alleen een door onkruid overwoekerd klein tuintje zag, alsof het er te lang slecht weer was geweest. Ik heb met bloed, zweet en tranen het onkruid geplukt, bestrating verwijderd en zelfs bomen gerooid. Hierna werd ik bang, want ik keek alleen nog over kale grond uit. Wat nu? Gras zaaien, bloemen en kleine boompjes planten en heel veel geduld hebben. En ondertussen niet vergeten te genieten van hoeveel dit al scheelde met die overwoekerde tuin. De omheining slonk en mijn tuin groeide, zowel in omvang als de begroeiing zelf. Sindsdien word ik elke keer weer verrast door nieuwe bloeiende planten. Sommige van die mooie bloemen heb ik niet eens zelf geplant!

Als ik me concentreer op deze tuin, dan voel ik me ineens weer rustig en vol goede moed. Ik sta niet meer stil bij het vervloekte onderhoud dat deze tuin nodig heeft, want het is een fictieve tuin. Zie ik toch nog een plukje onkruid, dan weet ik dat ik zelf aan de bak moet. Alsof het een spiegel is die me wordt voorgehouden door mijn onderbewustzijn. En stiekem weet ik dan ook precies wat me te doen staat, dat zie je wel aan het onkruid af.

Iedere tuin is vast en zeker uniek. En die van mij ziet er echt niet altijd uit als het decor van The Sound of Music (ik heb trouwens niets met die film, hoor), die van mij vergt ook onderhoud. Een ander soort onderhoud dat misschien nog wel vermoeiender is dan tuinieren. Maar ik heb mijn ideale tuin zelf vorm gegeven en sindsdien groeit en bloeit de tuin volop. En ik daardoor ook! Ben ik dan dus een tuinarchitect of de coach van mijn eigen leven?